Breda groeit en wordt steeds drukker. Daardoor moeten er keuzes worden gemaakt voor de stad, want als er meer inwoners komen, zijn er ook meer woningen nodig. Maar gaat dat ten koste van andere dingen, verdwijnt het groen in de stad? Afgelopen donderdag presenteerde Breda haar nieuwe visie op de openbare ruimte.
‘Breda, stad in een park – overal een verhaal’ is de naam van de nieuwe visie op de openbare ruimte in Breda 2040. In de visie zijn keuzes gemaakt en die richten zich niet alleen op het bouwen van voldoende huizen. Breda wil zich ontwikkelen tot een groene, toegankelijke en toekomstbestendige stad. Wethouder Jeroen Bruijns (CDA) lichtte afgelopen donderdag tijdens de officiële presentatie in Breda Botanique toe wat daarvoor nodig is.
De Reizende Boom
Voorafgaand aan het schrijven van de visie is hier input voor opgehaald, o.a. bij de bewoners van Breda. Met behulp van het kunstwerk ‘De Reizende Boom’ een boom die uit een auto groeit, ging Bruijns in gesprek met Bredanaars op het Kasteelplein, in Ulvenhout en in de Haagse Beemden. Dit leverde bruikbare informatie op. “Ook jeugd die anders nooit betrokken is zei, ‘als je dan toch bezig bent, denk dan eens na of er met pop-updingen wat extra gedaan kan worden, misschien een skatebaan die op een aantal verschillende plekken ligt’. Het heeft ons echt verrijkt in ons denken, al die ideeën in de stad.”
De essentie van het stuk is dus om een groene, toegankelijke en toekomstbestendige stad te worden. “Groen omdat heel veel inwoners dat belangrijk vinden, maar ook omdat wij een National Park City zijn, een stad in een park. Dat hebben we, dat koesteren we.”
Rust en reuring
De stad moet ook toegankelijk zijn, voor verschillende doelgroepen. Breda wil een beweegvriendelijke stad zijn. “We moeten goed nadenken hoe we de inwoners laten bewegen door de stad. Of dat nou kinderen zijn of ouderen. We hebben niet voor niets de Jantje Betonprijs (prijs voor de meest speelvriendelijke stad in Nederland) gekregen, we zijn niet voor niets de meest toegankelijke gemeente van Europa geweest. Er moet een balans zijn tussen rust en reuring.”
Voor het creëren van voldoende groen wordt de 3-30-200 regel als doelstelling voor 2040 gehanteerd: Iedereen in Breda moet vanuit huis minimaal drie bomen kunnen zien, er moet 30% schaduw door beplanting aanwezig zijn en de dichtstbijzijnde groenvoorziening mag niet meer dan 200 meter verwijderd zijn. Is dat haalbaar voor heel Breda? “Ik denk dat het haalbaar is”, beantwoordt Bruins de vraag resoluut. “Een pijnpunt bij deze doelstelling zou bijvoorbeeld wel de Grote Markt kunnen zijn.”
Efteling
De presentatie van de visie op de openbare ruimte werd in goede banen geleid door Meindert Willems. Op diens vraag wat er bij de wethouder opkomt als hij droomt over Breda in het jaar 2040 heeft Bruijns meteen de woorden ‘Groen, grenzeloos en Gastvrij’ paraat. “Ik hoop dat ik dan door die openbare ruimte loop en dat ik dan het verhaal van de stad zie. Dat we begrijpen waar we zijn. Een stad waar kinderen willen opgroeien en waar we altijd samen willen komen.”
Clementine Simons heeft als Strateeg Openbare Ruimte bij de gemeente Breda een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de nieuwe visie. Zij vertelt dat één van de eerste gesprekken die gevoerd werden met Ivo Sudmeijer, landschapsarchitect voor De Efteling én Bredanaar, was. Ook hij komt aan het woord in Breda Botanique. Net als het nabijgelegen pretpark moet de openbare ruimte in Breda een verhaal hebben, vertelt hij. “Het is de plek waar mensen elkaar ontmoeten.”
Prijskaartje
Verschillende overwegingen zullen uiteindelijk nog een rol gaan spelen bij de inrichting van de openbare ruimte. Zo hangt er aan groenvoorziening een stevig prijskaartje. Ook de toegankelijkheid van de stad mag niet uit het oog worden verloren. Mensen die vanwege een beperking in een rolstoel zitten zijn nou eenmaal meer gebaat bij een betonnen pad dan bij een groenstrook. Vanaf 18 september komt de visie op de Openbare Ruimte in de gemeenteraad en wordt beslist of deze definitief is.
