BredaMantelzorg roept lokale politiek in manifest op om te investeren in duurzame mantelzorg

Magazine van BredaMantelzorg, archieffoto | Foto: BredaNu

BredaMantelzorg roept de lokale politiek op om, in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar, goed te kijken naar een duurzame verbinding tussen informele en formele zorg. Dat staat in een manifest dat de organisatie onlangs naar de lokale fracties stuurde.

“We zien dat in de samenleving steeds meer zorgtaken overgeheveld worden aan naasten”, vertelt directeur-bestuurder Miriam Bryson van BredaMantelzorg. De organisatie houdt zich in Breda bezig met het ondersteunen van mantelzorgers. “Mensen doen het graag. Maar tegelijkertijd vinden we ook dat je na moet denken over wat je nog van een mantelzorger kunt vragen en hoe je dat gaat organiseren.”

Vier pijlers

Het manifest richt zich op vier pijlers: De eerste gaat over het faciliteren van professionele hulp voor mantelzorgers. Daarbij hoort ook de zogenaamde respijtzorg, oftewel zorg die ingeschakeld kan worden om de mantelzorger even te ontlasten. Andere pijlers zijn het voorkomen dat te veel taken overgeheveld worden aan mantelzorgers, het investeren in sociale voorzieningen in de wijk en het investeren in de samenwerking tussen de organisaties in het sociale domein.

Het Bredase college presenteerde onlangs een nieuw beleidskader voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deze wet maakte in 2015 de gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van zorgbehoevende mensen. Met daarbij als één van de doelen om mensen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen. Het nieuwe beleidskader was niet bepaald een rooskleurige boodschap. Verantwoordelijk wethouder Arnoud van Vliet (VVD) gaf aan dat we voor een ‘fundamentele keuze’ staan.

Meeveranderen

“De manier waarop we ondersteuning bieden, moet meeveranderen met de tijd”, zei Van Vliet bij de presentatie. “Oude oplossingen volstaan niet meer. En daarbij hebben we iedereen nodig voor houdbare ondersteuning door de Wmo in de toekomst. Wie ondersteuning nodig heeft, blijft die krijgen, maar alleen waar het echt noodzakelijk is.” De samenvatting: mensen die zorg nodig hebben, zullen langer op hun eigen omgeving moeten leunen, voordat ze in aanmerking komen voor professionele ondersteuning vanuit de gemeente.

Bryson: “Dat stukje nabuurschap waar Van Vliet een beroep op doet, vind ik niet verkeerd en dat ondersteun ik ook. Mensen kunnen meer dan ze zelf denken.” Maar op dit punt komt dan ook één van de pijlers uit het manifest terug, namelijk het investeren in sociale voorzieningen in de wijk. “Als je wil dat mensen vanuit hun eigen kracht meer een eigen netwerk opbouwen en meer met elkaar regelen, dan zul je ook plekken moeten faciliteren waar mensen samen komen. Zonder dat ze bij wijze van spreken €4,50 voor een cappuccino of kop koffie moeten betalen.”

Sterke, lokale basis

Over de laatste pijler, het investeren in samenwerking tussen partijen in het sociale domein, laat Bryson weten dat de opgebouwde kennis, ervaring en contacten bij de huidige partners niet zomaar inwisselbaar zijn. “Dat is vaak niet uit te drukken in geld. Ik pleit dus echt voor een sterke, lokale basis in samenwerkingen met lokale partners. En dat dat verder uitgewerkt wordt, in plaats van dat er gekeken wordt naar andere partijen die Breda en de geschiedenis van Breda niet goed kennen.”