Gewapend met afvalknijpers en vuilniszakken ging de Bredase Lidewij van den Bouwhuijsen maandag samen met een groepje buurtgenoten op pad om het zwerfafval op het Monseigneur Nolensplein en in de omgeving op te ruimen. De opruimtocht is niet voor niets, want ook dit keer plukken Lidewij en de andere vrijwilligers behendig de plukjes afval uit de struiken en van de straat.
Pal naast de afvalcontainers staat een winkelwagen vol met vuilniszakken. Die stond er ’s ochtends nog niet. De meeste mensen zouden er waarschijnlijk niet aan beginnen, maar Lidewij gaat onvermoeid door. “Liefde voor mijn woonomgeving, denk ik wel.” Het probleem met afval in de openbare ruimte speelt niet alleen in de wijk Heuvel, waar het Monsieur Nolensplein te vinden is. In de hele gemeente Breda rapen de medewerkers van de gemeente al zo’n 100 ton zwerfafval per jaar op. Dat is dus nog exclusief het afval dat door vrijwilligers als Lidewij van straat wordt geplukt. “Je ziet het overal”, valt Lidewij op. “Ik denk dat het een algehele onverschilligheid is. Ik denk dat de mensen wel eens moe zijn van de ‘controlewaan’ en waar we allemaal aan moeten voldoen. En daardoor hun kont tegen de krib gooien en afreageren misschien.”
Praatje op straat
Naast Lidewij lopen ook een aantal mensen vanuit Grote Broer, Grote Zus mee met de schoonmaakactie. De Bredase jongerenorganisatie heeft een locatie aan het plein. Buurtgenoten dus, in een wijk die in de afgelopen tijd ook wel eens minder positief in het nieuws is gekomen. Na aanhoudende overlastmeldingen en een steekpartij, besloot de gemeente een samenscholingsverbod voor jongeren in te stellen op het Monseigneur Nolensplein.
Lidewij herkent haar wijk niet in het beeld dat nu wordt neergezet. Tijdens het opruimwerk ziet ze juist veel verbinding ontstaan. “Het is maar net waar je de nadruk op legt. Ik zit hier gewoon veel op mijn fietsje, ik groet iedereen die ik kan groeten. Ik laat mijn hond uit en ik heb m’n praatje op straat. Een betere plek kan ik me niet wensen, eerlijk gezegd.”
Kiezeltje bijdragen
In een brandgang tussen de woningen komt de opruimploeg een aantal zware zakken tegen, waaronder een shopper met hondenbrokken. Afval in de brandgangen wordt gemeld bij de woningcorporatie, maar die vragen of het afval naar de openbare weg kan worden verplaatst, zodat de gemeente het kan ophalen. Lidewij meldt de vondst bij de gemeente via de BuitenBeter-app. Even later is de eigenaar van de achtergelaten zakken achterhaald. Het blijkt van één van de buren te zijn, die bezig was om er een betere plek voor te zoeken.
Uiteindelijk hoopt Lidewij dat ze aanzet tot nadenken bij mensen die haar zien opruimen. “Het is klein beginnen, maar uiteindelijk draag je je steentje bij. En dat kan een klein kiezeltje zijn, maar dat maakt niet uit. Dan heb je in ieder geval iets waardoor je jezelf een schouderklop kunt geven. En dat het misschien wel doorwerkt, meer dan je überhaupt had kunnen voorzien.”
