In Park Valkenberg heeft de gemeente Breda in samenwerking met straatintimidatiemeldpunt 'Intimideer mij niet' een nieuw actieplan tegen straatintimidatie gepresenteerd. Het nieuwe plan richt zich op 4 pijlers die zijn gekozen op basis van de doelgroepen. Het slachtoffer, de dader, omstanders en de maatschappij.
Zo kunnen daders voortaan niet alleen door de politie worden aangepakt, ook de gemeentelijke handhavers gaan een grotere rol spelen in het tegengaan van straatintimidatie. Breda sluit zich daarvoor aan bij de landelijke pilot ‘Handhaving Seksuele Intimidatie’. Tijdens de pilot krijgen boa’s van de gemeente de bevoegdheid om op te treden tegen seksuele intimidatie.
‘Niet wegkomen met straatintimidatie’
Vijf handhavers hebben een speciale training gevolgd en zullen op problematische plekken gaan patrouilleren. Die hotspots worden in kaart gebracht door de meldingen die binnenkomen bij het meldpunt. “We willen laten zien dat we het niet accepteren en dat je in Breda niet wegkomt met straatintimidatie”, licht wethouder Eddie Förster (VVD) toe.
Een ander onderdeel van het plan is het vergroten van de bekendheid van het Bredase intimidatiemeldpunt. Het meldpunt houdt al een aantal jaar bij waar en hoe vaak er sprake is van straatintimidatie in Breda. Slachtoffers kunnen er niet alleen een melding maken, maar ook terecht voor nazorg en hulp na een incident. Projectleider Aydan Selvi van het meldpunt vindt het belangrijk dat slachtoffers praten over hun ervaring. “Het voelt heel machteloos, maar juist als je erover kunt praten, draagt dat heel erg bij aan je verwerkingsproces.”
Rol voor omstanders
Ook omstanders spelen volgens het actieplan een belangrijke rol in het tegengaan van straatintimidatie. Zij kunnen vaak het verschil maken in een gevaarlijke situatie. Daarom is het volgens de gemeente belangrijk dat mensen die straatintimidatie zien gebeuren, goed weten wat ze kunnen en moeten doen. Een speciale bakfiets die meegaat naar evenementen en stapavonden, moet helpen om meer bewustwording te creëren.
“Het begint bij dingen die mensen onschuldig lijken te vinden. Als mensen dat normaal gaan vinden, dan gaat het van daar tot erger,” zegt wethouder Marike de Nobel (GroenLinks-PvdA) Volgens De Nobel begint de oplossing bij preventie. Door voorlichting te geven over waar de grens ligt en wat je kan doen om te helpen, kun je het probleem in het begin al de grond in drukken. De gemeente wil dit in het onderwijs terug laten komen. Bijvoorbeeld door jongeren binnen het middelbaar- en beroepsonderwijs te informeren over de gewenste norm.




