Rechtbank dwingt Waterschap Brabantse Delta tot aanpassing watervergunning Shell Moerdijk 

Paleis van Justitie ’s-Hertogenbosch
Paleis van Justitie ’s-Hertogenbosch | Foto: Rechtspraak.nl

De Rechtbank Oost-Brabant heeft woensdag 17 december uitspraak gedaan in de complexe rechtszaak tussen Shell Nederland Chemie B.V. en Waterschap Brabantse Delta over de lozing van afvalwater op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) in Bath. De rechtbank verklaart het beroep van Shell deels gegrond en verplicht het waterschap om binnen zes maanden een nieuw besluit te nemen over onderdelen van de zogenoemde revisievergunning. 

Het geschil draait om aangescherpte lozingseisen en aanvullende verplichtingen die het waterschap had opgelegd bij het vernieuwen van de watervergunning. Volgens de rechtbank zijn enkele voorschriften onvoldoende onderbouwd. Die onderdelen van de vergunning zijn daarom vernietigd. Voor andere punten moet het waterschap opnieuw een besluit nemen, met inachtneming van het oordeel van de rechtbank. 

Lozingen via Bath al jaren punt van discussie 

Shell exploiteert op het industrie- en haventerrein in Moerdijk een groot petrochemisch complex. Afvalwater van het terrein wordt via het persstation Moerdijk en de afvalwaterpersleiding voor Westelijk Noord-Brabant afgevoerd naar de rwzi in Bath, die in beheer is bij Waterschap Brabantse Delta. Shell beschikt al sinds 2009 over een watervergunning, die meerdere keren is gewijzigd en verlengd. 

Toen Shell in 2019 verlenging van die vergunning aanvroeg, greep het waterschap de gelegenheid aan om strengere eisen te stellen. In de nieuwe vergunning werden voor verschillende stoffen lagere lozingsnormen vastgelegd en werden aanvullende onderzoeks- en rapportageverplichtingen opgelegd. Dat leidde tot bezwaar en uiteindelijk tot deze langdurige juridische procedure. 

Naftaleen als belangrijk twistpunt 

Een van de meest gevoelige onderwerpen in de zaak was de aangescherpte norm voor naftaleen, een aromatische koolwaterstof die volgens het RIVM risico’s kan opleveren voor mens, milieu en de drinkwatervoorziening. De stof is lastig uit water te verwijderen, waardoor waterschappen extra voorzichtig zijn met lozingen. 

Op basis van de oude vergunning mocht Shell jaarlijks ongeveer 390 kilo naftaleen lozen. Waterschap Brabantse Delta wilde dit terugbrengen tot maximaal 25 kilo per jaar, met in uitzonderlijke situaties een tijdelijke uitloop tot 50 kilo. Shell stelde dat deze norm in de praktijk niet haalbaar is binnen de reguliere bedrijfsvoering en dat de technische mogelijkheden van het bedrijf daarmee worden overschat. 

Complexe zaak, deskundig advies ingeschakeld 

De rechtbank benadrukt in haar uitspraak dat het om een technisch en juridisch zeer complexe zaak gaat. Dat was ook de reden dat de behandeling meerdere keren werd uitgesteld. Uiteindelijk heeft de rechtbank advies gevraagd aan de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (STAB), een onafhankelijke instantie die rechters ondersteunt bij milieuzaken. 

Het STAB-advies speelde een belangrijke rol bij de beoordeling van de lozingseisen, de haalbaarheid daarvan en de manier waarop deze juridisch zijn vastgelegd. De rechtbank komt tot de conclusie dat het waterschap op onderdelen onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde eisen noodzakelijk en proportioneel zijn. 

Waterschap: ‘Uitspraak zorgvuldig uitvoeren’ 

Waterschap Brabantse Delta zegt de uitspraak te respecteren en gaat aan de slag met de gevraagde aanpassingen. Dijkgraaf Joris Bengevoord benadrukt dat het vooral gaat om juridische en procedurele verbeteringen. Zo moet het waterschap explicieter vastleggen welke lozingen worden geweigerd, moeten enkele lozingseisen worden herzien en moeten rapportageverplichtingen duidelijker worden geformuleerd. 

Volgens Bengevoord blijft het beschermen van de waterkwaliteit en de goede werking van de rioolwaterzuivering het uitgangspunt. Daarbij hoort ook overleg met Shell en andere betrokken partijen. In de dagelijkse praktijk, zo stelt hij, blijft Shell binnen de normen zoals die momenteel gelden. Daarmee is de zaak volgens het waterschap vooral juridisch van aard en niet het gevolg van actuele overtredingen. 

Tijdelijke regels en mogelijk vervolg 

Totdat het waterschap een nieuw besluit heeft genomen, gelden tijdelijke lozingseisen die door de rechtbank zelf zijn vastgesteld. Daarmee wil de rechtbank voorkomen dat er in de tussentijd onduidelijkheid ontstaat over wat Shell wel en niet mag lozen. 

Tegen de uitspraak staat hoger beroep open bij de Raad van State. Waterschap Brabantse Delta laat weten zich te beraden op vervolgstappen. Of Shell zelf verdere juridische stappen overweegt, is op dit moment niet bekend. 

De volledige uitspraak is gepubliceerd op Rechtspraak.nl.