Van (on)veiligheid naar overlast: Breda vernieuwt top 10 locaties voor extra toezicht

Wethouder Eddie Förster met twee handhavers op de Haagdijk | Foto: Jan van de Lindeloof/BredaNu

Op meerdere plekken in Breda wordt door bewoners overlast ervaren. Aan de hand van meldingen en bevindingen van boa's en de politie heeft de gemeente tien locaties gekozen waar de meeste overlast wordt ervaren. Op deze plaatsen zal extra toezicht en, waar nodig, handhaving komen. 

Vorig jaar is de gemeente Breda begonnen met het inzetten van extra toezicht en handhaving. De doelstelling hierbij was het verhogen van het gevoel van veiligheid in de wijken in Breda en in de omliggende dorpen. Zo werd er in Ulvenhout extra gesurveilleerd vanwege een hoog aantal inbraken. Ook Prinsenbeek, Bavel en Teteringen en zes wijken of gebieden in Breda kregen extra toezicht om uiteenlopende redenen. 

Top tien

Dit jaar is de aanpak verlengd. Er is gekozen voor tien nieuwe locaties. De insteek was dit jaar anders. Er is nu gekeken waar daadwerkelijk de meeste overlast wordt ervaren. De nieuwe locaties zijn: het Park Valkenberg en het station, de Haagdijken, de Karnemelkstraat, Mgr. Nolensplein, de Slingerweg, de Haven en omgeving, Brabantplein, de Oude Vest en omgeving, winkelcentrum Tuinzigt en omgeving en de Tielrodestraat en omgeving. De locaties staan in willekeurige volgorde en de keuze is vooral bepaald door het aantal meldingen van overlast door burgers, gecombineerd met de inzichten van boa’s (buitengewone opsporingsambtenaren) en politie. 

Wethouder Eddie Förster (VVD) licht de naamsverandering van de aanpak toe: “Vorig jaar ging het om veiligheid, die benaming riep wat negatieve associaties op, dus daar zijn we vanaf gestapt. Als ergens veel overlast is betekent dat niet dat het een onveilige plek is.” Op de plekken met overlast worden extra boa’s ingezet, los van de wijkboa’s. “We intensiveren het toezicht. Je zal echt zien dat er op die tien locaties boa’s zijn.” 

‘Blijf melden’

De overlast is niet op alle plekken hetzelfde. Die kan variëren van middelengebruik tot straatintimidatie en jongerenoverlast. Ook vuurwerkoverlast speelt op enkele plekken een rol. De gemeente bekijkt per situatie wat de beste aanpak is om het veiligheidsgevoel te vergroten en de overlast te verminderen. “Handhaving is niet altijd de beste aanpak. Soms kan dat ook gewoon zorg bieden zijn. Of mensen vertellen waar ze naartoe moeten. Het is wel breder dan alleen handhaving”, vertelt Förster. 

De keuze voor de tien locaties is vooral gemaakt op basis van meldingen. “Gelukkig melden heel veel mensen. Dat heeft veel invloed op het maken van dit soort lijstjes. Dus blijf melden, ook als je daar zelf een beetje moe van wordt. Want dat kan ik me ook voorstellen, dat als je al tien keer hebt gemeld, dat je dan denkt: ‘ga ik dat nog een elfde keer doen?’ Nou, die meldingen komen ook allemaal terug in de lijstjes.” 

‘Problemen verplaatsen’

Maar wordt de totale hoeveelheid overlast nu ook minder door het extra toezicht of verplaatst de overlast zich? “Soms zie je de ene soort overlast wat toenemen, bijvoorbeeld met oud en nieuw kun je je voorstellen dat de vuurwerkoverlast toeneemt. Jongerenoverlast zien we in de zomermaanden meer dan in de wintermaanden. En als er ergens extra toezicht is verplaatst het probleem zich soms ook. We moeten niet de illusie hebben dat als we ergens drukken dat die mensen opeens verdwijnen. Dan gaan ze naar een andere plek. Soms doen we dat ook bewust. Als er overlast is van middelengebruikers in het Valkenberg bijvoorbeeld. Dat willen we in ieder geval niet daar, want daar lopen heel veel kwetsbare mensen.” 

Van de tien locaties van vorig jaar zijn er nog twee overgebleven in de nieuwe top tien: Het VAST gebied (Valkenberg en station) en het Mgr. Nolensplein. Dat betekent niet dat de problemen op de andere acht plekken helemaal verdwenen zijn. “Nee, je ziet wel verbetering, maar je moet tegelijkertijd ook constateren dat er andere plekken zijn die meer aandacht vragen, vooral in en rond het centrum.” 

Tiende stad van Nederland

Förster wijst erop dat Breda de tiende stad van Nederland is en dat daar een zekere mate van problematiek bij hoort. “Het is niet ons doel dat er straks geen dak- en thuislozen meer rondlopen. Dat is wel waar een stad mee te maken heeft. Je gaat ook mensen tegenkomen die middelen gebruiken. En je gaat ook jongeren tegenkomen die op fatbikes rondrijden en meer geluid maken dan je zou willen.” 

Förster eindigt zijn verhaal met een grote ergernis in zijn ogen: het op straat gooien van afval. “Je ziet het gebeuren dat mensen hun troep gewoon op de straat gooien. Ik vind dat echt bizar. Dat is iets waarvan ik zeg dat we echt een stap gaan nemen. De pakkans is klein maar de boetes zijn flink. Wat mij betreft gaan we dat ook echt als aandachtspunt meenemen. Een vieze omgeving is ook een onveilige omgeving!”