Jarenlang was er bij veel Nederlandse gemeenten sprake van een uitsterfbeleid als het ging om woonwagenlocaties. Totdat het College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat de overheid de cultuur van woonwagenbewoners niet alleen moet beschermen, maar ook moet faciliteren. Maar daarmee zijn de uitdagingen van de woonwagenbewoners niet opgelost.
Net als in veel andere steden is er ook in Breda een groot tekort aan standplaatsen. Met het gevolg dat mensen die in een woonwagenkamp zijn opgegroeid, daar niet makkelijk op latere leeftijd zelfstandig kunnen gaan wonen. “Er wordt te veel beloofd en te weinig gedaan”, vinden Bart van Boxtel en Bart Hülters, die niets liever zouden willen dan een standplaats op het woonwagenkamp waar hun families wonen.
Woonbehoefte
De gemeente Breda onderzocht in 2020 de woonbehoefte onder woonwagenbewoners. Het doel was om uit te zoeken hoeveel standplaatsen er nodig waren. Uit het onderzoek bleek dat vijfentwintig mensen een standplaats zochten binnen de gemeentegrenzen. Een aantal dat volgens Hülters niet kon kloppen. Samen met de SP deden ze een eigen onderzoek. Daaruit bleken er geen 25 plekken nodig, maar 126. “Dus dat is nogal een groot verschil”, aldus Hülters.
“Het is niet alleen in Breda, het is echt overal. Het speelt echt in elke stad, in elk gebied speelt het”, vertelt Hülters. “Ze willen de cultuur niet voortzetten. Ze willen het uitsterfbeleid hanteren, maar dat mag niet meer.”
Cultuur niet verloren
Hülters en van Boxtel zijn niet bang dat hun cultuur verloren zal gaan. Hülters: “Wij zullen daarvoor blijven vechten, tot de onderste steen bovenkomt. Breda zal niet anders kunnen dan moeten gaan leveren.” Het tweetal hoopt vooral op perspectief op een standplaats. “Dat zijn ze ons wel verplicht na veertig jaar niks doen. En niet aankomen met CPO-woningen (collectief particulier opdrachtgeverschap, waarbij een groep mensen samen een woningbouwproject opstart, red), stenenwoningen. Dit zijn geen woonwagens.” Hülters wil het allerliefst weer wonen in een woonwagen, samen met zijn gezin en dicht bij zijn ouders. “Waar wil je wonen?” vraagt Hülters aan zijn dochter. “Huisje op wielen!”, antwoordt ze.




