Bredase voetbalclubs blijven optrekken tegen agressie op en rond de velden

Wethouder Eddie Förster (VVD) neemt het convenant in ontvangst. | Foto: Hugo Stam

De veertien amateurvoetbalverenigingen in Breda hebben afgelopen week een overeenkomst ondertekend. In het convenant staan afspraken om agressie op en rond de velden tegen te gaan.

De overeenkomst is eigenlijk een vernieuwde versie van afspraken die in 2017 gemaakt zijn. Maar volgens Jos Verdonschot, voorzitter van het Overlegorgaan Bredase Amateurvoetbalverenigingen (OBA), zijn de tijden in die acht jaar veranderd. “Of dat door corona komt, zoals de mensen zeggen, weet ik niet. Maar de lontjes zijn korter geworden. Met de voetbalverenigingen hebben wij de afspraken tegen het licht gehouden en kwamen we meerdere dingen tegen en die hebben we aangepast.”

Meten

Verdonschot noemt de grotere rol van sociale media als een van de redenen. “Spelers van clubs kennen elkaar via sociale media en sturen berichten naar elkaar en dat uit zich op het veld met een schop hier of een tik daar.” Ook het gebrek aan harde cijfers over incidenten is een aandachtspunt. “Een belangrijk uiting van de aanpassingen is dat we gaan meten. De vrijblijvendheid is weg. We gaan inventariseren wat voor ‘voorvallen’ er zijn, zodat we daarop kunnen inspelen, samen met de gemeente, want ook zij willen weten wat er op de velden speelt.”

Melden kan niet anoniem

Een precieze betekenis van wat er dan wordt gemeten, fysiek en/of verbaal geweld, weet Verdonschot nog niet. Daar willen de clubs en de KNVB samen naar gaan kijken. Een probleem is dat incidenten soms niet worden gemeld. Volgens Verdonschot komt dat onder andere omdat het melden niet anoniem kan. “Stel, een scheidsrechter ziet iets en die wil dat melden, maar de tegenpartij is het daar niet mee eens. Dan kunnen ze altijd terugzien wie er heeft gemeld. De KNVB laat weten dat er formeel geen anonieme meldingen kunnen worden gemaakt, maar dat signalen die anoniem binnenkomen wel worden opgepakt.

Een concrete maatregel uit de overeenkomst is dat de OBA en stichting Radar, die zich inzet tegen discriminatie, twee of drie mensen bij een club gaan opleiden. Vervolgens is het de bedoeling dat die personen gaan praten met anderen binnen de club over hoe mensen aan te spreken op ongewenst gedrag. “Je kunt mensen langs de kant aanspreken op hun gedrag, maar dat moet je wel op de juiste manier doen”, aldus Verdonschot. Daarmee geeft hij aan dat het probleem niet enkel op het voetbalveld is op te lossen en gedragsverandering iets van de lange termijn is. “Het belangrijkste is om duidelijke afspraken te maken en daar kun je mensen daarop aanspreken.”