Vroeger wilde hij Robin Hood worden. Dat is niet gelukt, maar de 19-jarige Koen Nonnekes kreeg een paar jaar geleden wel op zijn verjaardag z'n eerste boog en inmiddels draait het lid van de Ulvenhoutse handboogvereniging Alliance d'Amitié mee in de Nederlandse top van deze sport. Afgelopen zondag stond hij in Ulvenhout bij de Lowlands Archery competitie, vrijdag was hij alweer aan het trainen voor de volgende grote competitie: het NK outdoor in Helmond, dat dit weekend plaatsvindt
Het principe voor een training is eigenlijk heel eenvoudig, volgens Koen. “Wat je eigenlijk wilt doen, is zoveel mogelijk pijlen schieten, zodat wat jij doet in jouw schot een automatisme wordt.” De 19-jarige boogschutter staat vrijdagochtend in z’n eentje op de baan in Ulvenhout, zijn pijlen gericht op een doel dat 70 meter verderop staat. In ieder geval de letterlijke pijlen. Mentaal richt Koen z’n pijlen vooral op de wedstrijd die voor de deur staat. “Ik probeer de dag van tevoren altijd rust te nemen, met uitzondering van vandaag. Vandaag doe ik wel rustig aan, voor de herhalingen. Het is een mooie dag, ik vind het nooit erg om te schieten.”
36 pijlen
Los van het NK Outdoor, dat dit weekend plaatsvindt, komen er meerdere belangrijke wedstrijd aan voor Koen. Zo is er een NK voor de jeugd en lopen er kwalificatiewedstrijden, waarbij de beste schutters voor Nederland uit mogen komen bij een jeugdcup. “Ik ben daar sinds vorig jaar voor aan het trainen, maar vanaf februari weer buiten. Je moet een bepaalde score-eis schieten. Je schiet 36 pijlen op 70 meter. Je kunt dan 360 punten scoren als je alles in de 10 raakt. Dan willen ze dat je 318 of hoger schiet om je te kwalificeren voor uitzending.”
De Nederlandse handboogwereld is niet heel groot, zeker niet aan de top. Omgaan met concurrenten is juist iets dat het leuk maakt voor Koen. “Ik ken ze allemaal heel goed. In een gouden finale stond ik tegen een destijds grote rivaal van mij. Maar dat is een aardige kerel, het is niet zo dat we ruzie hadden. Het was gewoon heel prettig om daar te staan, en dan toch die spanning die je voelt. Je staat helemaal te trillen, maar toch moet je het doen.” En of er nog dromen zijn? Zeker. Uitkomen voor het Nederlandse team. “Het maakt mij niet echt uit waar, zolang het maar buiten is. Dat vind ik toch het leukste.”




