Staatssecretaris wil Dorst wellicht tegemoetkomen

Enige tijd geleden stelde Walther Hoosemans vragen m.b.t. het toenemende goederenverkeer op het spoor in Dorst.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

V.L.W.A. Heijnen heeft tijdens het Commissiedebat Spoor van 15 december aangegeven een zeer serieuze inspanning te willen leveren om een pakket van 10 miljoen euro vrij te maken voor het zogenaamde `Minder-hinder-pakket.

Dat pakket is bedoeld om de toenemende overlast door omgeleide goederentreinen door Zuid- en Oost-Nederland te beperken.

Verder heeft de staatssecretaris het volgende laten weten:

Tijdens het Commissiedebat Spoor heb ik mijn dilemma geschetst over het niet beschikken over budgettaire ruimte voor het ‘Minder Hinder-pakket’ en dat alleen met moeilijke keuzes ik een stap kan zetten. Dankzij de brede oproep van de Tweede Kamer voel ik mij gesteund om die moeilijke keuze te maken. Dat doe ik binnen mijn begroting door bestaande middelen vrij te maken binnen het domein van de spoorgoederensector. Hierbij reserveer ik ook middelen om te zorgen voor een verdere zachte landing voor een deel van de spoorgoederensector die sterke kostenstijgingen ondervinden bij het parkeren en rangeren. Met deze brief informeer ik u dat ik voornemens ben een start te gaan maken met het Minder Hinder pakket en de effecten zal opvangen binnen de eigen begroting.

Minder Hinder-pakket

Ik ben voornemens om ca. € 10 miljoen vrij te maken om de toename in overlast gedeeltelijk te voorkomen voor de omwonenden die te maken krijgen met extra treinen. In de Kamerbrief voortgang spoorgoederen eerder deze maand heb ik u geïnformeerd over de geplande werkzaamheden aan het derde spoor tussen Zevenaar en Oberhausen en het plan om de hinder hierbij voor o.a. omwonenden zoveel mogelijk te beperken. Maatregelen bestaan bijvoorbeeld uit een alternatief type overwegen en uit ‘under sleeper pads’, rubberen matjes onder de dwarsliggers van het spoor. Een deel van de maatregelen kan getroffen worden vóór de start van de omleidingen, een ander deel zal vanaf 2026 worden vervangen. Ook zonder omleidingen is de verwachting dat het aantal goederentreinen toeneemt, dus deze maatregelen zijn ook op de langere termijn effectief om overlast voor omwonenden te beperken. Met de genoemde € 10 miljoen zou het overgrote deel van het Plan van Aanpak van ProRail gerealiseerd kunnen worden. Aan ProRail heb ik gevraagd om met deze financiering de maatregelen te gaan uitwerken waarbij ik heb aangegeven dat het beperken van overlast voor omwonenden het meest urgent is.

Concurrentiepositie spoorgoederenvervoer

Spoorgoederenvervoer is van groot economisch belang voor Nederland en draagt bij aan klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen. Daarom ondersteun ik de sector onder andere met subsidies voor ‘modal shift’, met infrastructuurmaatregelen om 740 meter lange treinen te kunnen rijden en met de Topsector Logistiek voor de inzet van logistieke makelaars. Ik stel vast dat er zorgen in de sector zijn over de kostenstijgingen in 2023 voor het opstellen en rangeren van goederentreinen ten opzichte van dit jaar. Om te zorgen voor een zachte landing heb ik reeds een subsidieregeling aangekondigd voor het rangeren en opstellen die begin 2023 van kracht gaat. Omdat de zorgen desondanks groot blijven, heb ik tijdens het Commissiedebat Spoor van 15 december jl. toegezegd hier verder naar te kijken. Ook ben ik voornemens om bedrijven binnen de spoorgoederensector die te maken krijgen met de grootste kostenstijging voor het parkeer- en rangeergebruik van het spoor tegemoet te komen met ca. € 2 miljoen, dit mede in het kader van de motie van het lid Minhas over de concurrentiepositie van de sector (Kamerstuk 36 200 XII, nr. 48). De precieze invulling vraagt nog om een juridische en uitvoerbaarheidstoets, ik informeer u daar spoedig over. Zoals ik uw Kamer heb toegezegd zal ik daarnaast in het kader van de Toekomstbeeld Spoorgoederen verder kijken naar de concurrentiepositie van de spoorgoederensector, en ook daar de motie van het lid Minhas bij betrekken.

Stoppen tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer

Door in de Tijdelijke subsidieregeling ‘stimulering goederenvervoer per spoor’ het subsidieplafond voor 2023 op nul te zetten, kan ik ca. € 12 miljoen vrijmaken om anders in te zetten. De genoemde regeling had ten doel om het tarief voor het rijden van treinen, het zogenaamde treinpadtarief, in de pas te laten lopen met Duitsland. Omdat dit doel is bereikt, zal de subsidieregeling begin 2023 worden stopgezet, een jaar eerder dan gepland.

Het beperken van de negatieve effecten voor omwonenden en het economisch belang van spoorgoederenvervoer zijn beide zeer belangrijk. Het is een dilemma om te kiezen. De genoemde keuzes die ik daarvoor wil maken zal ik aan u voorleggen bij de Voorjaarsnota.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

V.L.W.A. Heijnen

De artikel 39 vragen die Hoosemans stelde over het spoor in Dorst zijn inmiddels ook beantwoord: Deze staan als PDF HIER en nog meer HIER en HIER

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.